Invitationals 'Zelforganisatie vraagt besturing'
30 okt 2017In mei en oktober 2017 organiseerden we invitationals voor zorgbestuurders over het onderwerp zelforganisatie. Er wordt veel gesproken over vormen van zelforganisatie en veel zorgorganisaties zijn bezig hun organisatie in te richten volgens dit concept. Wat ons opvalt is dat zowel de visie op besturing als de rol van de bestuurder bij vormen van zelforganisatie nauwelijks aandacht krijgen. Terwijl het succesvol invoeren van dit organisatieprincipe juist met deze twee aspecten begint. Reden om een aantal bestuurders uit te nodigen om hierover van gedachten te wisselen.
Bestuurders zijn unaniem in dat zelforganisatie hen terugwerpt op de vraag 'Wat voor bestuurder ben ik en wil ik zijn?'. Zij ervaren dan ook een proces van expliciteren van eigen rolopvattingen en het heroverwegen van de betekenis die zij geven aan het zijn van een bestuurder.
Bestuurlijke opgave: hanteren vitale spanning
Het goed omgaan met het spanningsveld tussen 'trust' en 'control' was een veelbesproken thema tijdens de invitationals. Het model 'hanteren van vitale spanning en voorkomen van vervormingen' geeft dit balanceren goed weer.
Besturing bij zelforganisatie gaat over het situationeel bewegen op twee spanningslijnen:
• de as van trust en control
• de as van action-gedreven en belief-gedreven.
Het middengebied waarin je als bestuurder beweegt op deze twee spanningslijnen is het gebied dat wij duiden met vitale spanning; de spanning wordt gevoeld (deze is er immers), maar is vitaal (essentieel voor de werking, krachtig en energiek). Uit vitale spanning geraken zou je kunnen zien als een vervorming, waarin je als bestuurder dus niet meer effectief bent in het voorleven van zelforganisatie en het ontwikkelen van zelforganisatie.
Bestuurders herkennen deze twee spanningslijnen en dat het een kunst is (of een worsteling) om in vitale spanning te blijven; voorbeelden uit de praktijk illustreren het risico van of de aanwezigheid van vervormingen. Hoe zorg je er bijvoorbeeld in een crisissituatie voor dat je niet doorschiet/terugvalt in de vervorming van het regels voorschrijven en controleren? En, hoe zorg je er in een vergevorderd stadium van zelforganisatie voor dat vertrouwen niet vervormt tot laissez-faire?
Toezicht bij zelforganisatie
Het samenspel tussen bestuurder en toezichthouders bij (vormen van) houdt de bestuurders ook bezig; hoe voer je het goede gesprek over dat zelforganisatie niet betekent dat je niet bestuurt en wat betekent het voor de uitwisseling met de raad van toezicht? Immers de functie van toezicht houden wijzigt niet, de manier waarop mogelijk wel, en hoe dan? Idealiter vindt een ander gesprek plaats, met een andere verhouding in resultaatgericht en waardengericht. Ook bij het toezicht houden speelt de spanning tussen 'trust' en 'control'.
Paradoxen
Bestuurders ervaren een aantal paradoxen als het gaat om zelforganisatie:
• ruimte bieden door richting en kaders te geven
• loslaten door ondersteuning te bieden
• vertrouwen geven door aan te spreken
• borgen door te dynamiseren (inzetten op rolstevigheid).
Het ontwikkelen naar zelforganisatie vraagt evenwichtskunst van de bestuurder om te balanceren tussen deze schijnbare tegenstellingen.
Er is veel animo voor de invitationals, vandaar dat er in november nog een plaatsvindt. De gesprekken zijn ook een inspiratiebron voor het boekje 'Zelforganisatie vraagt besturing' dat wij begin 2018 uitbrengen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Maartje Op de Coul, Helen van Tol en Guus de Vries.
Gerelateerde links
Maartje Op de Coul
Helen van Tol
Guus de Vries