Regelmatig vragen wij stafvoorzitters en bestuurders naar het beeld dat zij hebben van de maatschappen in hun ziekenhuis. Ongeveer 80 procent van de maatschappen functioneert in hun ogen vrij goed tot goed, 10 tot 15 procent matig en 5 tot 10 procent krijgt het predicaat problematisch.
Hoewel het met de meeste maatschappen dus (betrekkelijk) goed is gesteld, zijn het juist de problemen die het nieuws halen, vaak naar aanleiding van klachten over individuele artsen. In het onderzoek dat in deze gevallen wordt gedaan, komt vaak bredere samenwerkingsproblematiek of disfunctioneren van het collectief aan het licht. Bijvoorbeeld in de vorm van onderlinge ruzies, ontbrekend kwaliteitsbeleid of collega's die elkaar niet (durven) aanspreken op hun gedrag.
Doordat dit soort casuïstiek veel publiciteit krijgt, ontstaat een vertekend beeld van het functioneren van maatschappen en vakgroepen in Nederland. En dat terwijl wij hierin juist een positieve ontwikkeling waarnemen.