Werken in netwerken
17 okt 2019Netwerkontwikkeling is hot, in alle sectoren van de zorg. Een ziekenhuis participeert in wel 100 netwerken, zo blijkt uit inventarisaties. Niet alleen met andere ziekenhuizen, maar steeds meer met andere spelers. Het realiseren van JZOJP (de juiste zorg op de juiste plaats) vraagt sectoroverstijgende samenwerking. Wat kwam er boven tafel op de Invitational Conference 'Netwerkbesturing apart-together'.
Een aantal van ons nam op 6 juni 2019 deel aan de Invitational Conference ‘Netwerkbesturing apart-together’ georganiseerd door het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur en dev organisatieadviseurs, onder voorzitterschap van Wilma van der Scheer en collega Hanneke Beijer. Hieronder volgt een kort verslag van de dag; een uitgebreider themaverslag vindt u onderstaand.
Hoe werkt netwerkbesturing?
Netwerken is een containerbegrip, wat in dit geval uiteenvalt in onder meer ketennetwerken, organisatorische netwerken en ziektespecifieke netwerken, zoals oncologie. De term ‘netwerkbesturing’ heeft iets paradoxaals in zich, omdat bestaande governancemodellen tekortschieten. Er is immers geen sprake van hiërarchie en ook niet van eigenaarschap. Netwerkbesturing vraagt conceptuele en relationele lenigheid, zo werd gesteld. Bestuurlijk functioneren in netwerken vraagt onderling vertrouwen, het lef om te luisteren, over je schaduw heen kunnen stappen en jezelf en je organisatie kennen: weten wat je kunt en niet kunt, wat anderen beter kunnen. Je eigen huis op orde hebben is een voorwaarde.
Patiëntenbelang boven organisatiebelang
De vraag kwam op of een netwerk een onderhandelingsarena is, met het risico dat de winst voor de een het verlies van de ander is. Zodra die sfeer ontstaat is het netwerk kansloos. Er moet een sfeer zijn waarin men elkaar iets gunt. Het gaat binnen een netwerk namelijk niet primair om het eigen organisatiebelang, maar om het belang van de patiënt. Daarnaast moet er oog zijn voor de korte- en de langetermijnbelangen.
Vitale spanning is constructief
Nieuw is netwerkontwikkeling niet: twintig jaar geleden maakten wij ons boekje Leven en werken in netwerken. We introduceerden het begrip vitale spanning omdat partners in netwerken zowel met elkaar samenwerken als elkaar soms beconcurreren, omdat ze verschillend zijn in aard, omvang en cultuur en toch met elkaar acteren op basis van gelijkwaardigheid. Het was een zoektocht naar wat netwerken effectief maakt. Effectief in de zin dat de deelnemers in hun samenwerking meer bereiken dan iedere organisatie voor zich. Traditionele hiërarchische sturing werkt niet in een netwerk, waar niemand de baas en niemand de eigenaar is. Het vraagt nieuwe vormen van governance. We ontwikkelden een netwerkeffectiviteitsmodel, waarmee we in kaart kunnen brengen waar sprake is van vitale spanning, dan wel onderspanning of overspanning. Symptomen van onderspanning zijn bijvoorbeeld conflicterende doelen of waarden die verlammend werken. Of als men terughoudend is in het delen van kennis. De energie lekt steeds weg. Een voorbeeld van overspanning is de neiging van een organisatie om dominante zeggenschap naar zich toe trekken, en zich daarin gelegitimeerd vindt ‘want wij zijn de grootste in de regio’. De huidige ontwikkelingen in netwerken inspireren ons om dit gedachtengoed te actualiseren en nieuwe input te geven. De vraagstelling blijft hetzelfde: hoe kunnen we netwerken effectiever laten functioneren? Waar zit de onderspanning, waar de overspanning? Dat doen we graag samen met onze opdrachtgevers. Op korte termijn kunnen bestuurders een uitnodiging verwachten voor een invitational bij ons op kantoor.
Voor meer informatie: neem contact op met Guus de Vries of Frans Spijkers
Documenten
Verslag Samenvatting conferentie Netwerkbesturing apart together 6 juni 2019
Gerelateerde links
Frans Spijkers
Guus de Vries